De opvoerinstallatie bestaat uit twee automatisch werkende pompen, met sondebesturing, een kunststof reservoir en de bijbehorende aanvoer-, ontluchtings- en drukleidingaansluitingen. In de drukleiding is een terugstroombeveiliging ingebouwd. Via de aanvoerleiding wordt het afvalwater naar de afzonderlijke afvoerpunten van de opvoerinstallatie geleid. Zodra een bepaalde waterspiegel in het reservoir bereikt wordt, schakelt de pomp automatisch in en wordt het afvalwater door de drukleiding via de persleiding naar de riolering gepompt.